Fioretti College Veghel

CKV podiumkunsten intro les theater

CKV - Theater Les 1
1 / 95
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 95 slides, with interactive quizzes, text slides and 23 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

CKV - Theater Les 1

Slide 1 - Slide

Deze lessenserie gaat over podiumkunst. Hiermee wordt bedoeld: vormen van kunst die opgevoerd worden op een podium in de aanwezigheid van een publiek. Hierbij kun je denken aan vormen van dans, theater, zang, opera, poezie, cabaret enz. Tijdens de lessenserie werken we aan de volgende leerdoelen:

- Je leert over de verschillende vormen van podiumkunst.
- Je leert de reflecteren op de inhoud van een stuk. I.p.v. - vind ik het leuk of niet leuk - bekijk je het stuk op betekenis, decor, kostuums, beweging etc.
- Je verkent nieuwe vormen van kunst en expressie.
Afgelopen periode

In de eerste periode hebben jullie kennis gemaakt met 1 kunstvorm en dat was Beeldende kunst. Binnen beeldende kunst hebben we gekeken naar Graffiti & Streetart, maar ook naar andere kunst die we vinden in de buitenlucht. (denk aan het voorbeeld van de Flying Pins) Daarnaast hebben jullie gezocht naar toevallige kunst. 


Deze periode gaan we aan de slag met Podiumkunst, ook wel Theater genoemd!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

- Je leert over de verschillende vormen van theater.

- Reflecteren en analyseren: Wat zie je, wat hoor je, wat denk je dat het betekent? Het gaat dit keer niet om leuk of niet leuk.

- Je let op decor, kostuums, muziek en beweging en kunt hier een betekenis aan koppelen.

Er is geen sprake van goed of fout. Iedereen ervaart het op zijn eigen manier.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht: Analyseer een door jou gekozen theaterstuk

Zoek een voorstelling op (via youtube of netflix) van een theaterstuk wat jouw interesse heeft (dans, cabaret, musical, ballet, opera etc)


Slide 4 - Slide

Waar werken we uiteindelijk naar toe
EINDOPDRACHT PERIODE 2 

Beschrijf aan de hand van onderstaande punten de voorstelling die je gezien hebt. Dat doe je in een verhaalvorm.
(bijvoobeeld: Dit stuk is een komedie over liefde tussen prinsen en prinsessen. Twee acteurs speelden heel vrolijk met hoge stemmetjes...enz.)
Wat moet er echt in je verhaal staan; 
1. Soort theater
(bijvoorbeeld cabaret, dans, muziekvideo, musical, ballet, opera etc)

2. Waar gaar het over/ ofwel wat is het thema
bijvoorbeeld:  liefde, teleurstelling, angst, bedrog, vertrouwen, verleden, droom, geluk. 

3. Welke personages zie je ?
 (bijvoorveeld ouders, kinderen, helden, slachtoffers, prinsen en prinsessen, bazen en knechten)




 n

4. Sfeer
bijvoorbeeld: spannend, droevig, blij, grappig, bloederig, plechtig.

5. Acteurs/spel
bijvoorbeeld: aantal acteurs, acteurs die je goed vindt (geef aan waarom), overdreven of ingetogen, gebaren, opvallend gedrag of bewegingen, bijzonder stemgebruik, een mooie  scene waarin je helemaal 'mee' gaat met de acteur.

6. Decor/waar speelt het zich af?
bijvoorbeeld: huiskamer, kasteel, kantoor, trappen, pilaren voorwerpen of attributen, realistisch of abstract, audiovisueel materiaal (bv. video).

Verwerk deze vragen in een word document of maak er een vlog over. Zorg ervoor dat alle bovenstaande punten ruimschoots beantwoord worden. Voeg voor je leraar de link naar YouTube of Netflix toe. Je krijgt hiervoor een cijfer!





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

CKV
Theater

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is theater?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

En dit dan?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

En dit?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Is dit theater?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij
theater?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Theater
 Het woord ‘theater’ komt dan ook van het Griekse ‘theatron’, wat ‘kijken naar een bepaalde plaats’ betekent. 
Er is sprake van theater als er een speelplek is waar een of meerdere spelers voor publiek optreden. 
Dit optreden kan van alles zijn. Een cabaretier kan het publiek vermaken met verhalen en woordgrapjes, een mimespeler vindt dat een beeld meer kan zeggen dan woorden, in opera word gezongen en in de musical worden verschillende stijlen gecombineerd.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is theater?
Er is GEEN universele definitie van theater, er is dus geen vaste regel over wat theater precies is. Het antwoord op de vraag "wat is theater?" is mede afhankelijk van de historische en culturele context waarin theater plaats vindt: theater past zich zoals alle kunst aan cultuur aan.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is theater?
Je hebt nodig: speelvlak, spelers en publiek.

Er zijn drie voorwaarden, die je kunnen helpen:
1. Maker en kijker zijn tegelijk aanwezig
2. Theater vindt plaats in de tijd en ruimte van het hier en nu
3. Theater is niet te herhalen: elke voorstelling is anders

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Heb jij weleens een vorm van theater bezocht of bekeken?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Quiz theater
Welke theatergenres ken jij eigenlijk al?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre was dit?
A
Ballet
B
Cabaret
C
Musical
D
Opera

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre was dit?
A
Muziektheater
B
Jeugdtheater
C
Musical
D
Ballet

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre was dit
A
Opera
B
Cabaret
C
Ballet
D
Musical

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Hoe noemen we deze vorm van theater?
A
Opera
B
Muziektheater
C
Cabaret
D
Musical

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre zag je hier?
A
Cabaret
B
Musical
C
Ballet
D
Opera

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Welk theatergenre zag je hier?
A
Ballet
B
Musical
C
Opera
D
Cabaret

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wie hoort waar?
Acteurs
Regisseur
Podium

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

En achter de schermen, wat hoort waar?
Licht
Geluid
Podium

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Waarom zit de geluidsman in het publiek?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Geschiedenis van het theater

Het westerse theater ontstaat in het oude Griekenland
ca. 500 voor christus werden de eerste theatervoorstellingen gegeven.

De Grieken kende twee soorten theater. De komedie en de tragedie. 

Slide 37 - Slide

Maskers Symbool van het theater. Blij en verdrietig.  Net als de tragedie en komedie van de Grieken.
Odeon van Herodes Atticus
uit het jaar 200
Carré Amsterdam
1887

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Waarom speelden de Grieken theater?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Theater is een verzameling van verschillende podiumkunsten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Een concert is ook theater?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Westers theater is ontstaan in
A
Het Romeinse rijk
B
De Verenigde Staten
C
China
D
Griekenland

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Les 2 Cabaret

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Wat is cabaret

Cabaret is een verzamelnaam voor grappige opvoeringen die soms ook kritisch kunnen zijn op de wereld om ons heen.  

Er zijn verschillende soorten cabaret maar een cabaretvoorstellingen bestaat meestal uit meerdere soorten cabaret.



Wij gaan er met drie kennismaken: sketch, stand up comedy en fysiek cabaret
Tekst

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij cabaret?

Slide 46 - Mind map

This item has no instructions

Soorten cabaret
Stand up comedy: iemand die met microfoon een serie kortere of langere grappig bedoelde verhalen vertelt. 

Sketch: kort en grappig optreden, vaak tussen één en tien minuten met een of meer acteurs. Op het podium of andere omgeving. 

Fysiek cabaret: In de voorstelling ligt de nadruk veel minder op het tekstuele gedeelte, maar meer op acrobatische stunts en grappen met voorwerpen en apparaten. Ook spelen gebaren en non verbale communicatie hierbij een grote rol.
Voorbeelden hiervan zijn: Waardenberg en De Jong, Schudden en de Ashton Brothers.







Slide 47 - Slide

een anekdote is een kort verhaal waarin een gebeurtenis, meestal beleefd door een (historische) persoon, op humoristische wijze wordt neergezet

Slide 48 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Verschillen binnen stand up comedy


We kijken nu naar Jochem Myer. Let eens op zijn verhaal, typetjes, snelheid t.o.v. Martijn Koning

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Video

This item has no instructions

Beide heren zijn stand up comedian. Welke verschillen kan jij benoemen?

Slide 52 - Open question

This item has no instructions

Slide 53 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Slide 55 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions

Slide 57 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Slide 59 - Video

This item has no instructions

Welk soort cabaret was dit
A
stand-up comedy
B
sketch
C
fysiek cabaret

Slide 60 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag in een duo

Zoek cabaret van maximaal 3 minuten op via youtube en beantwoord in je duo de volgende vragen:

Waar gaat het cabaret over?
Wat kun je vertellen over de personages?
Wat kun je vertellen over het decor?
Zit er een of meerdere van de drie soorten cabaret in die wij hebben besproken? Zo ja, welke herken je?

Tijdens de volgende les bespreken we klassikaal het gemaakte werk.



Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Les 3 Muziekvideo




Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Een muziekvideo is multidisciplinair, dat betekent dat er verschillende vormen van kunst inzitten, waaronder ook theater

Slide 63 - Slide

This item has no instructions


Gebruik het papier op je tafel

Let in de volgende muziekvideo op:
De bewegingen en emoties
De muziek
Kostuums en grime
Decor en omgeving
De boodschap 

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Video

This item has no instructions

Beschrijf de muziek in drie woorden

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Welke emoties heb je tot nu toe voorbij zien komen? Benoem minimaal 3 emoties.

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou je de kostuums van de dansers omschrijven?

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat de boodschap is van dit kunstwerk?

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Mijn favoriete muziekvideo...

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Slide 71 - Video

This item has no instructions

Hoe klonk Beyonce?
A
blij
B
fel
C
zelfverzekerd
D
vrolijk

Slide 72 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je vertellen over de plek(decor) waar de video is opgenomen?

Slide 73 - Open question

This item has no instructions

Wat willen Beyonce en Jay-Z zeggen met deze video denk jij?

Slide 74 - Open question

This item has no instructions

Les 4
Dans

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al van dans?

Slide 76 - Mind map

This item has no instructions

Ballet
Ontstaan rond 1700
Aan het franse hof,
het is de meest technische vorm van dansen
Toneel +
Muziek +
Dans

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

Louis de XIV werd ook wel de zonnenkoning genoemd omdat hij de rol van zonnekoning zo mooi kon dansen. 

Kun je je voorstellen dat Willem Alexander in een ballet danst.

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Slide 79 - Video

zo zag ballet er in 1700 ongeveer uit
Bekijk de volgende twee filmpjes 
Let op verschillen en overeenkomsten

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Slide 81 - Video

klassiek ballet

Slide 82 - Video

moderne dans
Moderne dans
Klassiek ballet
Spitzen
Beweging vooral naar boven 
en naar buiten gericht.
Blote voeten
Vallen en opstaan.
Bewegingen aardser/ naar de grond gericht.
Natuurlijke bewegingen van de mens.

Slide 83 - Drag question

This item has no instructions

Moderne dans: blote voeten, vallen en opstaan,  bewegingen aardser/naar de grond gericht, natuurlijke bewegingen van de mens.


Klassiek ballet: spitzen, bewegingen vooral naar boven en buiten gericht 

Moderne Dans        vs.         Klassiek Ballet

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

Urban 
Urban dance is een verzamelnaam die we gebruiken om verschillende maar nauw verwante dansstijlen te beschrijven. Toch blijft deze naam verwarrend. Want welke dansstijlen vallen er dan onder urban dance? Met een paar video's gaan we de verschillen tussen de diverse urban dansstijlen leren (her)kennen.

We onderscheiden:
Hip hop
Popping
Locking
House



Slide 85 - Slide

This item has no instructions

House
House wordt specifiek gedanst op house muziek, en is daarmee wat makkelijker te herkennen dan de andere stijlen die niet specifiek aan een muziekstijl zijn gebonden. House muziek heeft een opzwepend karakter met een duidelijk ritme. Dit is terug te zien in de dans, waarbij het bovenlijf ritmisch meebeweegt op de beat en de benen snel, ingewikkeld voetenwerk uitvoeren.

Slide 86 - Slide

This item has no instructions

Slide 87 - Video

house

Hiphop
Hiphop is een dansstijl gebaseerd op freestyling. Bepaalde moves en technieken van deze freestyle zijn in de loop der tijd vastgelegd vanuit de zogenaamde social dances, die weer vermengden met andere (culturele) invloeden. De muziek is meestal traag en geeft de dansers de mogelijkheid om met alle details en accenten in de muziek te spelen.

Slide 88 - Slide

This item has no instructions

Slide 89 - Video

hiphop
Popping
De stijl popping kenmerkt zich door spierspanningen die heel geconcentreerd in het lichaam worden getoond in de vorm van een slag of een ‘hit’. Daarbij worden de bewegingen geïsoleerd ofwel los van elkaar geplaatst door korte stops. Dit kan een soort mechanisch effect geven

Slide 90 - Slide

This item has no instructions

Slide 91 - Video

Popping
Locking
Locking is een levendige, groovy en funky stijl. De dans is actief, heeft veelal een komisch karakter en bevat met regelmaat een ‘lock’. Hierbij wordt een beweging even kort vastgezet, om vervolgens de groove en het ritme van de muziek te herpakken.

Slide 92 - Slide

This item has no instructions

Slide 93 - Video

locking
Eindopdracht: Analyseer een door jou gekozen theaterstuk
Zoek een voorstelling op (via youtube) van een theaterstuk wat jouw interesse heeft (dans, cabaret, musical, ballet, opera etc)


Slide 94 - Slide

This item has no instructions

EINDOPDRACHT PERIODE 2 

Beschrijf aan de hand van onderstaande punten de voorstelling die je gezien hebt. Dat doe je in een verhaalvorm.
(bijvoobeeld: Dit stuk is een komedie over liefde tussen prinsen en prinsessen. Twee acteurs speelden heel vrolijk met hoge stemmetjes...enz.)
Wat moet er echt in je verhaal staan; 
1. Soort theater
(bijvoorbeeld cabaret, dans, muziekvideo, musical, ballet, opera etc)

2. Waar gaar het over/ ofwel wat is het thema
bijvoorbeeld:  liefde, teleurstelling, angst, bedrog, vertrouwen, verleden, droom, geluk. 

3. Welke personages zie je ?
 (bijvoorveeld ouders, kinderen, helden, slachtoffers, prinsen en prinsessen, bazen en knechten)




 n

4. Sfeer
bijvoorbeeld: spannend, droevig, blij, grappig, bloederig, plechtig.

5. Acteurs/spel
bijvoorbeeld: aantal acteurs, acteurs die je goed vindt (geef aan waarom), overdreven of ingetogen, gebaren, opvallend gedrag of bewegingen, bijzonder stemgebruik, een mooie  scene waarin je helemaal 'mee' gaat met de acteur.

6. Decor/waar speelt het zich af?
bijvoorbeeld: huiskamer, kasteel, kantoor, trappen, pilaren voorwerpen of attributen, realistisch of abstract, audiovisueel materiaal (bv. video).

Maak dit verhaaltje  netjes op in een worddocument en voeg voor je leraar de link naar youtube toe. Je krijgt hiervoor een cijfer!





Slide 95 - Slide

This item has no instructions